|
| ![]() |
![]()
U kon tot en met 15 november 2017
uw gedichten indienen voor de
Negende Turing Gedichtenwedstrijd.
De uitslag was op 31 januari 2018 in de Rode Hoed.
|

Aan de negende editie van de Turing Gedichtenwedstrijd deden in totaal 2.926 dichters mee, van wie 468 uit Vlaanderen, die gezamenlijk 8.306 gedichten inzonden. De 100 beste gedichten zijn gepubliceerd in de bundel Goudlicht en avondschijn. De Turing Gedichten- wedstrijd bekroont jaarlijks het beste Nederlandstalige gedicht met een geldbedrag van € 10.000, de grootste prijs ter wereld voor één gedicht. Deelname en jurering zijn anoniem.
De Top 3:
Eerste prijs (€ 10.000): Jan-Paul Rosenberg (Zeist), Laatste foto van de vrede
Tweede prijs (€ 5.000): Merel van Slobbe (Nijmegen), Als je stil bent hoor je in de verte gletsjers smelten
Derde prijs (€ 2.000): Dan Falck (Amsterdam), Onderbreking van de sleur
Uit het juryrapport: 'Als grote thema's golden dit jaar burgerlijkheid, wreedheid, onrecht, de liefde (of het verlies daarvan), de vergankelijkheid en de natuur. Er zaten beklemmende, liefdevolle gedichten in de top 100, maar ook scherpe observaties bijvoorbeeld over het zwarte lijf, kolonialisme en de beklemming van zwart zijn nu, hier. We lazen beeldende gedichten, met een filmische blik verteld en keken door een ironische bril naar de kapitalistische maatschappij waarin we leven.'
Jury
De jury bestond dit jaar uit dichter Tsead Bruinja (juryvoorzitter), Simone Atangana Bekono (schrijver, dichter), Lies van Gasse (dichter, beeldend kunstenaar), Sef (popartiest) en Françoise Geelen (medeoprichter Turing Foundation).
Voorselectie
Een voorjury bestaande uit medewerkers van poëzietijdschriften Awater en De Poëziekrant selecteerde de gedichten voor de tweede ronde (Top 1000) en de derde ronde (Top 100). De beste 1000 gedichten zijn door de voorjuryleden voorzien van een persoonlijke beoordeling.
Laatste foto van de vrede
Ik bedoel dit letterlijk: verlaat de zoemende foto nu het nog kan, zelfs uit de ruimte blijkt de verwoesting onafwendbaar. De man in de kamer hiernaast is al geschiedenis. Vanuit deze foto leidt de weg naar de ontsnapping, elke poging tot bewegen wordt beloond. Deze waarschuwing geldt voor iedereen: pretvaders, bonusmoeders, leenkroost; alles waarop een naam rust, een burgerservicenummer, een cliëntprofiel; alles wat kan worden afgeluisterd dus alles wat voor evacuatie in aanmerking komt. De laatste foto van de vrede bloedt als een oprechte, loyale Madonna. De staat stuurt een app: de elektriciteit is dood, telefoons/ computers afgesneden. Discreet duiken we onder in een tentenkamp. Paspoorten, sleutelwoorden raken uitgebloeid. De foto liegt niet. Nog even en dan gaat het los begint het zoeken met honden naar overlevenden. Tot dan steken we de koppen in het zand, trakteren we het gouden kalf op Bach, blijven God door de vingers zien. Jan Paul Rosenberg |
Uit het juryrapport:
'Laatste foto van de vrede' is een mooi actueel apocalyptisch gedicht, zei een van de juryleden.
Die schoonheid gecombineerd met vernieling lijkt tegenstrijdig, maar het gedicht biedt die ruimte,
ruimte voor tegenstellingen en tegenspraak, voor het mooie en het lelijke.
Dit gedicht maakt het onrecht aan de ene kant minder ondragelijk, maar niet zonder de lezer een flink ongemakkelijk gevoel te bezorgen.
De dichter weet hier op meesterlijke wijze burgerlijke beelden als pretvaders en bonusmoeders te combineren
met de verwoestende kracht van een oorlog. 'Al onze sleutelwoorden zijn uitgebloeid en 'de man in de kamer hiernaast is al geschiedenis'.
Dat zijn regels die je beschaamd en angstig maken. Je krijgt niet even een blik op een andere wereld,
je wordt een foto ingezogen die in een film verandert. Je was een figurant, maar nu speel je de
hoofdrol en moet je je verantwoordelijkheid nemen.
Als je stil bent hoor je in de verte gletsjers smelten
laten we weer op zwemles gaan er wonen meeuwen in mijn slaapkamer en ik ben nog altijd bang voor de zee ik weet nu dat duiken makkelijker gaat dan drijven en dat mensen voor zestig procent uit water bestaan verdrinken kan in iedereen dat er dingen zijn die op zwemvesten lijken: een gatenplant die langer leeft dan verwacht en plaksterren voor boven je bed, je kunt het licht op de muren duwen tot je zelf de Melkweg hebt gemaakt, denken: dit is hoe je drijft maar als je stil bent hoor je in de verte gletsjers smelten en je krijgt de mogelijkheid tot zinken niet van je huid gewassen laten we weer op zwemles gaan kijk, ik heb iets voor je gebouwd, het is niet groot maar nog altijd groot genoeg om in te verdrinken Merel van Slobbe |
Uit het juryrapport:
Dit vers lazen wij als een coming-of-age-liefdesgedicht.
Het gedicht is tegelijkertijd eenvoudig, grappig en filosofisch.
Via de beeldspraak van het leren zwemmen wordt de wereld van een adolescent verkend waarbij elke strofe het water een nieuwe betekenis krijgt
tot we in een volwassen wereld zijn aanbeland waar de opwarming van de aarde een einde maakt aan de onbekommerde jeugd en oorlogen elders en
ongastvrijheid hier bij ons ervoor zorgt dat nodeloos veel mensen verdrinken op zee.
De toon aan het einde is er een van een onbeholpen en ontroerende machteloosheid,
een machteloosheid die ons misschien strijdbaar kan maken.
Onderbreking van de sleur
Op straat kwam ik een dode tegen. Terwijl ik dacht Waar ken ik hem toch van, viel hij al naar me uit: 'Waar was je op mijn begrafenis?' riep hij. Ik deinsde terug. Er kwam een stroom verwijten op gang: 'Waar was je toen ik werd geboren, waar was je Toen mijn ouders elkaar belaagden?' Help, dacht ik, wat heb ik hiermee te maken, Hoe kom ik van hem af? Maar hij drong aan: 'En toen ik voor het eerst werd verraden? En later, toen ik zelf het toneelstukje Van de vriendschap, van de liefde speelde?' Ik zette het op een lopen, Maar hij rende achter me aan, schreeuwend: 'En toen ik mijn eigen kind in de steek liet?' Zijn hand had mijn schouder bijna bereikt, Maar ik bleef hem voor. 'Waar was je, Klootzak, waar was je?' Enfin, het werd een toestand, Met politie en een aanhouding. Later moest ik verschijnen voor een rechtbank van Gestoorden, in een voormalige kloosterkerk. Het zonlicht schoof in stoffige banen naar binnen. Ik werd verplicht om te staan. De voorzitter Kwijlde over de processtukken, de verklaring Van de dode werd zonder omhaal aanvaard. De aanklager hakkelde bijna onverstaanbaar zijn aanklacht. Er was geen sprake van een laatste woord. Toen de hamerklap had geklonken, kwamen twee mannen Met kappen op, en sleurden mij naar buiten. Voor het Toegestroomde volk sloegen ze me met een bijl dood. Het volk genoot. Die dode ook. Dan Falck |
Uit het juryrapport:
'Onderbreking van de Sleur' is een grotesque verhalende monoloog die doet denken aan het werk van de Franse dichter Henri Michaux. Het gedicht bevat veel grappige details waardoor de lezer steeds op het verkeerde been wordt gezet en dat houdt de schrijver vol tot aan het einde van dit macabere fabeltje dat voor meerdere uitleg vatbaar lijkt.
De 1.000 gedichten die tot de tweede ronde doordringen krijgen een persoonlijke beoordeling van de redactie van de poëzietijdschriften Awater en De Poëziekrant.
De winnaars worden bekendgemaakt op een feestelijke prijsuitreiking tijdens de Poëzieweek op 31 januari 2018 in de Rode Hoed in Amsterdam, tijdens een live uitzending van het programma Met Het Oog Op Morgen.
De 100 beste gedichten worden gepubliceerd in een speciale bloemlezing.
De namen van de dichters van de beste 100 gedichten worden ook opgenomen in de Turing Hall of Fame.
De afgelopen jaren werd in de weken voor de uitreiking elke dag een gedicht uit de top 100 in het radioprogramma 'Met Het Oog Op Morgen' voorgelezen en besproken door de juryleden.
Voor meer details, en voor het indienen van gedichten zie de officiele website van de Turing Gedichtenwedstrijd.



De jury
voor het beoordelen van inzendingen van de
Negende Turing Gedichtenwedstrijd (editie 2017)
bestaat uit
Tsead Bruinja,
Simone Atangana Bekono,
Lies Van Gasse,
Sef,
en Françoise Geelen.










![]() De beste honderd gedichten van 2017 |
top