ze zou willen zijn in de cabine van de strooiwagen
in de hut van het schip waar het licht nog brand
in het binnenste van de bronzen man
in de slapeloze nacht voor de verjaardag
in de nachtelijke huiskamer met slingers
willen zijn in het bad van de liefhebbende tante
in de kist bij het nog warme lichaam van de oude vrouw
gewikkeld in dekens in een reddingsboot
of in het kinderbed dat ook een boot is
in de kamer in de nok van het dak
waar je de vader hoort zingen in de nacht
Jacoline de Heer
Juryrapport
Gedicht 10950 - Binnenin
Het is een kindergedicht, zo lijkt het althans. Want het is duidelijk ook volwassenenpoëzie. In elk geval is het geen gedicht voor kinderen, eerder een gedicht dat een jeugd terug oproept, terugroept, zonder deze te idealiseren. Het is ook een slaapliedje, een liedje van verlangen, naar 'binnenin'. We kruipen met de dichter mee in bizarre plekken, in de cabine van een strooiwagen, in een bronzen standbeeld, een reddingsboot. Je zou zeggen: geborgenheid - tot je mee in een grafkist wordt gelegd bij een nog warm lijk. De jury werd geraakt door de tederheid, en ook door de oprechtheid van de laatste regel. Daarvoor moet je lef hebben, en lak aan wat een jury in een hard geworden wereld ervan zou vinden. Vandaar: een nominatie.