De spiegel toonde niet hoe ik verdween. Ik zag het
pas toen ik mijn handen op de tafel legde en in
die handen niets dan leegte zag
De spiegel bleef mijn wangen reflecteren maar in
die wangen zat alleen het eten dat ik at - geen leven
Zag niemand dat ik naast me liep en dat mijn voeten
ijverig mijn schoenen zochten - maar niet vonden?
Mijn schaduw viel nog steeds op het tapijt. De spiegel
liet mijn ogen zien, mijn mond hing lichtjes open. Ik las
de woorden die mijn lippen vormden: Waar niemand