Er waren er die het werkelijk niet konden:
het touw was te sleets, het gif te flauw,
de trein was te traag, de toren te laag.
Dat water daar? Een kikkerpoel!
En uiteraard was de geliefde weer eens
veel te liefelijk, te lijfelijk aanwezig.
Al dezen bleken snel gedoemd om op te geven.
Er waren er die onvoldoende hadden geoefend
en nooit iets anders, iets mooiers hadden gekend
dan het charmante getreuzel van afscheid nemen.
Zij wuifden als gekken, bleven maar handkusjes
werpen naar wie allang uit het zicht was verdwenen.
Er waren er die stante pede iets verlangden:
een knappe hoer, iets fraais van Fra Angelico
of Liebster Gott, wenn werd Ich sterben.
Zíj haalden de eindstreep, gingen als eersten.