Ze leunt met lengte achterover
Duwt zich zacht tegen de muur
Ze drijft over de achtergrond
De fijne streken rond haar mond
Gekraste lijnen draaien alles rond en dan
Het donker haar, Maria’s doek
Je vouwt een kommetje van handen
Om haar even op te vangen?
Te zien of ze haar ogen opent
Om te horen of ze zucht
Ze bestaat als een herhaling
Alsof Munch haar maken móest
Als een eeuwig dwingend droombeeld
Als een moeder die je roept