De dag loopt tegen het einde.
De lakens hebben de zon nagezwaaid
de voorjaarsschoonmaak is bijna klaar.
Binnen staan we dicht tegenover elkaar.
Handen grijpen naar punten en randen,
zoeken tussen plooien einde en begin.
Het laken tussen ons bewaart de afstand.
Zij schudt lessen van de huishoudschool
uit de mouw. We slaan het laken
open als een boek en dan weer dicht.
Verhalen vullen de ruimte, de laatste
woorden verdwijnen in de vouwen.
Met de was zit ik boven bij het trapgat,
zij deelt de lakens niet meer uit.
In het fijne licht van de winterdag
schud ik het laken. Uit het dwarrelende stof
duikt ze op, staat even voor me